Veneuze vaatafsluiting

Oogzorg met betrekking tot een veneuze vaatafsluiting

Inleiding

Een veneuze afsluiting is een afsluiting van een ader, ook wel thrombose genoemd. Hierbij kan het bloed niet meer afgevoerd worden, de vaten gaan lekken waardoor er bloed/ vocht en eiwit in het netvlies vrijkomt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een venetak‐thrombose waarbij slechts een deel van het netvlies is betrokken, en een thrombose van de centrale ader (vena centralis thrombose) waarbij het hele netvlies is aangedaan.
 

Oorzaken

Veneuze afsluitingen in het oog ontstaan bij oudere mensen meestal in het kader van diabetes mellitus of hoge bloeddruk of hoge oogdruk. Bij jongere patiënten liggen er soms andere aandoeningen aan ten  grondslag die de oogarts meestal door de internist laat onderzoeken.
 

Verschijnselen

Bij veneuze afsluitingen ziet de patiënt wazig of veel slechter maar niet totaal donker. Door naar het netvlies te kijken kan de oogarts zien of het een venetakthrombose betreft of een vena centralis thrombose.
 

Behandeling en preventie

Er wordt onderzocht of diabetes mellitus of hypertensie of hoge oogdruk een oorzaak is, en eventueel wordt de patiënt doorgestuurd naar de internist. Vaak wordt er echter ook geen oorzaak gevonden. Bij een thrombose wordt de patiënt regelmatig op controle gevraagd om te kijken of er complicaties zoals vaatnieuwvorming optreden. De kans op vaatnieuwvorming is bij een totale venethrombose wat groter dan bij een venetakthrombose. Indien er vaatnieuwvorming ontstaat, is er kans op verhoogde oogdruk (neovasculair glaucoom); dit moet met laser voorkomen worden. Soms gaat de vaatnieuwvorming zo snel dat de laserbehandeling niet snel genoeg effect heeft, er wordt dan tegenwoordig “anti‐VEGF” in het glasvocht gespoten (zie folder Intravitreale injecties), al dan niet gevolgd door laser. Bij venetakthrombose is de kans op vaatnieuwvorming kleiner, maar als  de gezichtsscherpte afgenomen is door vocht onder de gele vlek (maculaoedeem) kan ook dan besloten worden tot het injecteren van anti‐VEGF waardoor het vocht vermindert, of er kan getracht worden dit met laser te bereiken. Vermindering van vocht hoeft echter niet altijd te betekenen dat het gezichtsvermogen verbetert. De behandeling met injecties bij veneuze afsluitingen is deels nog in ontwikkeling.


Tot slot
Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw eigen oogarts. Deze folder is grotendeels tot stand gekomen onder redactie van de Commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) 2014. Zie www.oogheelkunde.org voor gedetailleerde informatie en/of volledige foldertekst: Veneuze vaatafsluiting.